Ben je aan het eind van de dag moe van het corrigeren van je kind? ‘Stop daarmee’, ‘Laat je broertje met rust’, ‘Niet aankomen’? Gooi het dan eens over een andere boeg en kijk wat positief opvoeden je kan brengen. Positief opvoeden betekent niet dat je geen grenzen meer hoeft te stellen. Wel ga je (meer) bewust aandacht besteden aan wat wel goed gaat.

Wat goed gaat, bekrachtig je. Je gaat je op een positieve manier uitdrukken en je kind positief benaderen. Want dat kan er soms wel eens bij inschieten bij het stellen en bewaken van grenzen. Hoe pak je dit nu aan? Laat je inspireren door onze tips en ‘pak’ wat goed bij je voelt.

Benoem wat wel mag
Je kind van 2,5 heeft de afstandsbediening te pakken. Pak de afstandsbediening dan niet alleen af, maar verzacht het leed door een alternatief te geven om mee te spelen. ‘Je mag niet met de afstandsbediening spelen, maar wel met deze oude rekenmachine.

Benoem wat je wel wilt
Als je het gedrag van je kind wilt corrigeren, geef dan aan wat je kind wel mag in plaats van niet mag. ‘Niet het zand uit de zandbak gooien’ kun je omdraaien in: ‘Het zand in de zandbak laten.' En: ‘Niet met je vingers in de ogen van de poes’ naar ‘Ga de poes maar aaien.' ‘Haal die arm eens weg en stop met je hoofd op je arm leunen’ naar ‘Ik weet dat je moe bent, maar probeer nog even rechtop te zitten. Je mag zo naar bed.’ Dat klinkt positiever en gezelliger. Toegeven, het vraagt wat oefening. Je reageert ten slotte op iets waarvan je wilt dat het stopt. Bovendien wil je dan snel reageren. Maar probeer het eens. 

Wat zit achter het ongewenste gedrag 
Je kind gaat rellen en zet de boel op stelten. Je wordt boos en eindigt met een schreeuwend kind op de gang die tegen de deur aanschopt. Dat wil je anders zien. Probeer voordat de boosheid de situatie overneemt eens te kijken of er bepaalde behoeftes of emoties achter het gedrag van je kind zitten. Heeft het dorst? Is het moe? Heb je het ochtendprogramma afgewerkt, maar nog niet de tijd en rust genomen om goed contact te maken met je kind? Kinderen misdragen zich niet omdat ze je willen pesten, meestal zit er iets achter. Kijk of je deze behoefte of emotie kunt achterhalen en speel erop in. Grote kans dat het je dan lukt om het brandje te blussen. 

Maak het goed met je kind 
Wat doe je na een boze bui of boze woordenwisseling? Maak het nadien nog even goed met elkaar. Benoem je emotie naar je kind toe: ‘Mama was heel boos, was jij ook zo boos?’ Misschien kun je achterhalen of er een behoefte ligt onder het gedrag van je kind. Spreek met elkaar af hoe jullie het de volgende keer anders kunnen aanpakken. En zorg weer voor een goede positieve sfeer na het conflict. 

Word je bewust van je emoties 
Heb je bepaalde terugkerende emoties bij conflicten? Sta hier dan eens op een rustig moment bij stil. Hoe reageerde je kind op je emotie? Hoe reageer je er zelf op bij een ander die die emotie laat zien? Is er een andere manier om tot gewenst gedrag te komen? In het contact met je kind is er een wisselwerking. Jouw emotie brengt bij je kind een reactie teweeg. Het is goed om je hier bewust van te zijn. Kijk of er andere manieren zijn waarop je kunt reageren. Waardoor je gemakkelijker kunt samenwerken. 

Focus op positief gedrag in plaats van ongewenst gedrag 
Het is belangrijk om je kind te prijzen als het zich goed gedraagt. Doe je dit niet dan kan je kind zich juist slecht gaan gedragen om aandacht te krijgen. Probeer vaker je kind een compliment te geven als het iets doet wat je goed vindt. Blijf benoemen dat je blij bent met bepaalde dingen. Geef aan welk gedrag van je kind je waardeert en waarom. ‘Ik vond het fijn dat je net rustig bleef doorspelen toen ik aan de telefoon was. Ik kon zo goed horen hoe ik apparaat X kan repareren. Kijk eens op een rustig moment op welk gebied je je kind een compliment kunt geven. Dit helpt je op het positieve gedrag te herkennen en benadrukken. Wellicht kom je tot de conclusie dat het allemaal best goed gaat.

Veel succes!